Reizen door Azië: Vijf lichamelijke ongemakken en andere gênante zaken

8 december 2017 - Yangon, Myanmar

1. Je bek branden

,,Zijn deze scherp?’’, vraagt Marleen nog, wijzend op een schaal met vleesstokjes op de bar. ,,Nee hoor’’, antwoord ik, kauwend op een stukje kip. ,,Het is super lekker.’’ Het kleine Thaise vrouwtje (echt klein, even groot als de barkruk) kijkt me vol bewondering aan. ‘You so strong’, zegt ze. ‘Strong girl’. Ik snap niet waar ze op doelt.

Wat ik op dat moment nog niet weet, is dat het vlees pas na een paar minuten scherp wordt. Echt scherp. Marleen zit op het moment van inslaan op het toilet en weet - naar eigen zeggen - niet waar ze het zoeken moet. Wat water uit het kraantje drinken lukt net niet, aangezien ze ook aan het plassen is. Scheldend komt ze het wc-hokje uit. 

Met een fles bier onder de arm - om te blussen - en tranen in de ogen, lopen we terug naar het hostel. 

Of - het kan nog erger: Je oogbal branden. 

We lopen op een zwoele avond over een marktje in Myanmar en stuitten op een berg krabben - drijvend in rode saus. Ik herinner me dat krab erg lekker is en dus zitten we twee minuten later te loeren in een bakje waarin onze krab op z’n rug ligt. Overal poten. Waar te beginnen? Plastic handschoentjes aan, gebaart een behulpzame Birmese. Binnen de kortste keren is het een slagveld op tafel. 

Pootje voor pootje wordt ontleed, met weinig resultaat. In die schaar zit vast een hoop vlees, denk ik gretig, en knijp er flink in. 

Boem.

Niet alleen vlees, blijkt. Ook veel vocht. Ik zit eronder. Krab in m’n net gewassen haar. Ingewanden op mijn schone shirt. Op mijn bh-bandjes, broek, benen en overal op mijn gezicht. En scherpe saus in mijn oog. Ik huil van ellende. Marleen van het lachen. 

2. Opdringerige mannen en oneerbare verzoeken

,,U bent de schoonste  hier vanavond’’, fluistert hij met zijn Vlaamse accent in mijn oor. Mijn nekharen gaan overeind staan. ,,Dank u’’, weet ik na een tijdje uit te brengen.

Wat een gluiperd. 

Als een compliment over zijn uiterlijk uitblijft, vraagt hij: ,,Wat vindt u van mijne gezicht?’’ De beste man heeft een kop als een bak met wurmen, maar dat is niet zo aardig om te zeggen. ,,U hebt echt een typisch Vlaams gezicht’’, probeer ik. Sta dan op. En maak me met een drafje uit de voeten.

Hij wordt al hard, zegt de jongeman trots vanuit het wc-hokje naast mij. 

Gedver.

Ik dacht even rustig te gaan plassen, maar de jongeman die we slechts een paar uur daarvoor leerden kennen, ziet het helemaal zitten; even een ‘quicky’ op het toilet. Dat doen ze immers allemaal in Londen. ,,Nee hoor, bedankt’’, zeg ik, verbaasd over zijn onbeteugelde verzoek. Hij blijft aandringen: ,,Kom op, wat maakt het uit. Je bent op vakantie’’, ,,Nee hoor, je red je er zelf maar mee. Doei.’’

En opnieuw maak ik me met een drafje uit de voeten.

3. Hurktoiletten en waterstralen

Wat is de bedoeling van die waterslangen naast het toilet? Bij gebrek aan wc-papier zijn we zo nu en dan aan overgeleverd. Er staat zo veel druk op: je kan er een middelgrote brand mee blussen.

En hoe zorg je ervoor dat je niet de hele dag met een natte onderbroek rondloopt? We kunnen er nog niet zo goed mee overweg. Met een beetje pech schiet je mis en verandert de muur achter je in een soort druipsteengrot. Wel weer handig voor opdringerige mannen met hun oneerbare verzoeken…

4. Muggenbultenbillen

Regelmatig staan we als volleerde bouwvakkers aan onze kont te krabben. Niet omdat we dat zo charmant vinden, maar omdat de muggen hier maar geen genoeg lijken te krijgen van ons achterste. 

Om even een beeld te vormen van hoe het eruitziet: neem een paddestoel, maar dan net anders: wit met rode stippen. Genohot.

5. Luizen

En wij maar denken dat we samen op reis waren: mooi niet. We hebben er een flink aantal reisgenoten bij. Meeliftend vanaf het hoogste uitkijkpunt. Luizen. 

Meegenomen van thuis wellicht, of hier ergens in een hostel opgepikt. Mooi klote. Hoeveel bedden hebben we inmiddels wel niet beslapen. Hoeveel taxi’s, vliegtuigstoelen, massagetafels besmet? We willen het liever niet weten. 

Het massamoorden is inmiddels ingezet. Er is haast bij; over twee dagen zitten we namelijk enige tijd in een Boeddhistisch meditatiecentrum, waar het verboden is om dieren te doden of pijn te doen. 

De middelen zijn hier echter iets minder destructief dan thuis. Laffe shampoo en wegwerp luizenkam. 

Wij bereiden ons voor op een pittige strijd. 

Tot het over is lopen we rond met een hand kriebelend op onze kop, en de ander op de kont. 

8 Reacties

  1. Margje:
    8 december 2017
    Wat in mooie avonturen,
    Leuk om te lezen. Pas op jullie zelf en geniet lekker door. Groet, Margje
  2. Claudia Bootsma:
    8 december 2017
    Wat een pracht verhaal! Tranen over mijn wangen. Ik zie het precies voor me hoe jullie rondlopen. Dikke Tut.
  3. John Driedonks:
    8 december 2017
    hahaha wat een verhalen; ben blij dat ik uit een andere generatie kom dan die Vlaming. Wat een prutser ....... Have fun en kijk voor die "vuurspuwende" krabbe; mogelijk een biologisch alternatief voor de "peperspray" abrazo
  4. JEROENSKI:
    8 december 2017
    Haha, begin toch iets minder jaloers te worden.
  5. Dirk:
    8 december 2017
    Prachtig mooi !! Haha wat een avondtuur .. succes
  6. Edith repko:
    9 december 2017
    Niks voor mij. Jullie zijn echt strong girls!! Geweldig om te lezen. Wat een avontuur! Take Care ...xxx
  7. Boedjes:
    19 december 2017
    Mooi dames!! Het is genieten voor ons om dit te lezen. We leven met jullie mee en krabben ons hoofd en onze kont om jullie te steunen. Geweldig!! Groeten oet Grunn!!
  8. Wietske hiemstra:
    27 december 2017
    Heerllijk deze schrijfstijl.......veel plezier dames,ik hoop snel weer van jullie te horen.